De Commissie van de Codex Alimentarius aanvaardt dat er kleine meningsverschillen kunnen bestaan over de interpretatie van wettige en onwettige dieren en de slachtdaad, volgens verschillende islamitische stromingen. Deze algemene richtsnoeren kunnen dus worden geïnterpreteerd door de bevoegde autoriteiten van de invoerende landen. Deze algemene richtsnoeren kunnen dus worden geïnterpreteerd door de bevoegde autoriteiten van de invoerende landen.
1 TOEPASSINGSGEBIED
1 TOEPASSINGSGEBIED
1.2 Deze richtsnoeren zijn van toepassing op het gebruik van de term halal en gelijkwaardige termen in claims zoals gedefinieerd in de Algemene norm voor de etikettering van voorverpakte levensmiddelen en omvatten het gebruik ervan in handelsmerken, merknamen en handelsnamen..
1.3 Deze richtsnoeren zijn bedoeld als aanvulling op de algemene richtsnoeren van de Codex inzake claims en komen niet in de plaats van de daarin vervatte verbodsbepalingen.
2 DEFINITIE
2.1 Halal voedsel is voedsel dat volgens de islamitische wetgeving is toegestaan en aan de volgende voorwaarden moet voldoen:
2.1.1 niet bestaat uit, of iets bevat dat volgens de islamitische wetgeving als illegaal wordt beschouwd;
2.1.2 niet werd bereid, verwerkt, vervoerd of opgeslagen met gebruikmaking van een apparaat of faciliteit die niet vrij was van iets dat volgens de islamitische wetgeving onwettig is; en
2.1.3 is tijdens de bereiding, de verwerking, het vervoer of de opslag niet rechtstreeks in contact geweest met levensmiddelen die niet aan de voorwaarden van de punten 2.1.1 en 2.1.2 voldoen.
2.2 Niettegenstaande punt 2.1 hierboven :
2.2.1 Halal voedsel mag worden bereid, verwerkt of opgeslagen in verschillende afdelingen of lijnen binnen dezelfde lokalen waar niet-Halal voedsel wordt geproduceerd, mits de nodige maatregelen worden genomen om contact tussen Halal en niet-Halal voedsel te vermijden;
2.2.2 Halal voedsel mag worden bereid, verwerkt, vervoerd of opgeslagen in faciliteiten die eerder werden gebruikt voor niet-Halalal voedsel, mits passende reinigingsprocedures, in overeenstemming met de islamitische voorschriften, zijn gevolgd.
3 CRITERIA VOOR HET GEBRUIK VAN DE TERM “HALAL”
3.1 Toegestane levensmiddelen
De term halal kan worden gebruikt voor levensmiddelen die als wettig worden beschouwd. Volgens de islamitische wet zijn alle bronnen van voedsel wettig, met uitzondering van de volgende bronnen, met inbegrip van hun producten en derivaten, die als onwettig worden beschouwd:
3.1.1 Levensmiddelen van dierlijke oorsprong
(a) Varkens en everzwijnen.
(b) Honden, slangen en apen.
(c) Vleesetende dieren met klauwen en slagtanden zoals leeuwen, tijgers, beren en andere soortgelijke dieren.
(d) roofvogels met klauwen, zoals adelaars, gieren en andere soortgelijke vogels.
(e) ongedierte zoals ratten, miljoenpoten, schorpioenen en andere soortgelijke dieren.
(f) Dieren die in de islam verboden zijn te doden, d.w.z. mieren, bijen en spechten.
(g) Dieren die in het algemeen als weerzinwekkend worden beschouwd, zoals luizen, vliegen, maden en soortgelijke dieren.
(h) Dieren die zowel op het land als in het water leven, zoals kikkers, krokodillen en soortgelijke dieren.
(i) muildieren en tamme ezels.
(j) Alle giftige en gevaarlijke waterdieren.
(k) Elk ander dier dat niet overeenkomstig de islamitische wetgeving wordt geslacht.
(l) Bloed.
3.1.2 Levensmiddelen van plantaardige oorsprong
Giftige en gevaarlijke planten, behalve wanneer het gif of het gevaar tijdens de verwerking kan worden verwijderd.
3.1.3 Dranken
(a) Alcoholische dranken.
(b) Alle vormen van bedwelmende en gevaarlijke dranken.
3.1.4 Levensmiddelenadditieven
Alle levensmiddelenadditieven afgeleid van 3.1.1, 3.1.2 en 3.1.3.
3.2 Vellen
Alle legale landdieren moeten worden geslacht overeenkomstig de voorschriften van de Codex Recommended Code of Hygienic Practice for Fresh Meat2 en de volgende eisen
3.2.1 De persoon moet een gezonde moslim zijn en op de hoogte zijn van de islamitische slachtprocedures.
3.2.2 Het te slachten dier moet volgens de islamitische wetgeving legaal zijn.
3.2.3 Het te slachten dier moet bij het slachten levend zijn of geacht worden te leven.
3.2.4 De uitdrukking “Bismillah” (in de naam van Allah) moet onmiddellijk voor het slachten van elk dier worden uitgesproken.
3.2.5 Het slachtapparaat moet scherp zijn en mag tijdens het slachten niet van het dier worden opgetild.
3.2.6 Bij het slachten worden de luchtpijp, de slokdarm en de belangrijkste slagaders en aders in de nekstreek doorgesneden.
3.3 Bereiding, verwerking, verpakking, vervoer en opslag
Tous les aliments devraient être préparés, transformés, emballés, transportés et entreposés de manière à être conformes aux sections 2.1 et 2.2 ci-dessus, aux Principes généraux du Codex en matière d’hygiène alimentaire et aux autres normes Codex pertinentes.
4 AANVULLENDE EISEN VOOR STRETCH STRETCH STRETCH STRETCH STRETCH STRETCH
4.1 Wanneer wordt beweerd dat een levensmiddel halal is, moet het woord halal of een gelijkwaardige term op het etiket worden vermeld.
4.2 Overeenkomstig de algemene richtlijnen van de Codex inzake claims mogen halalclaims niet worden gebruikt op een wijze die twijfel doet rijzen over de veiligheid van soortgelijke levensmiddelen of die beweert dat halalvoeding uit voedingsoogpunt superieur of gezonder is dan andere levensmiddelen.